De “nieuwe nieuwe journalistiek” Stichting Verhalende Journalistiek stelt zich tot doel om verhalende journalistiek, oftewel literaire non-fictie, in de Nederlandstalige media te stimuleren. Paulien Bakker is een van de oprichters en tegenwoordig directeur van de stichting. Daarnaast is ze zelf werkzaam als freelance journalist. Bakker vertelt over het ontstaan van het initiatief en de groei die de stichting sindsdien heeft doorgemaakt: De mooiste journalistieke verhalen leggen niet alleen uit wat er in de wereld gebeurt. Ze laten je ook voélen hoe het is om een boer in de Oekraïne te zijn, een zelfmoordterrorist in Syrië of een patiënt die een wakkere hersenoperatie ondergaat. Journalisten als Mark Kramer en Jack Hart weten hoe je dat doet. Ze zetten doelbewust literaire stijlmiddelen in om hun lezers mee te nemen in het verhaal. En ze weten ook hoe ze dat anderen kunnen leren. Zulke journalisten hebben we bijna niet in Nederland. Zou het niet gaaf zijn om die kennis ook naar Nederland te halen? Vanuit die gedachte hebben we in 2009 Stichting Verhalende Journalistiek opgericht. Met ‘we’ bedoel ik een groepje freelance journalisten, die elkaar niet kenden, maar wel één ding gemeen hadden: allen werden we gegrepen door het werk van journalist en schrijver Gerard van Westerloo en boeken als The New New Journalism: een bloemlezing van gesprekken met Amerikaanse non-fictie schrijvers over hun werk. Wij wilden leren om onze verhalen beter te vertellen. In 2011 organiseerden we onze eerste conferentie over verhalende journalistiek. De daaropvolgende twee jaar hebben we hard gewerkt aan het leggen van een fundament voor de stichting. Zo vonden we een werkplek bij de opleiding Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam, welke ons sindsdien financieel steunt. Ook hebben we ervoor gezorgd dat we financieel stabiel zijn geworden door meerjarige subsidie aan te vragen. Daarnaast zijn er in die periode een directeur en assistent aangenomen om gedurende het hele jaar de kar te trekken. Sindsdien zijn we het middelpunt geworden van een groeiend netwerk van Vlaamse en Nederlandse journalisten die hun verhalen beter willen leren vertellen. Verhalende journalistiek is steeds belangrijker geworden. In deze tijd van informatie overload is het nodig om de lezer, kijker of luisteraar mee te nemen in een verhaal met een begin, een midden en een einde. Informatie heeft iedereen, maar journalistiek vakmanschap berust steeds meer op vertelvaardigheden. Naast de jaarlijkse conferentie, stimuleert Stichting Verhalende Journalistiek de ontwikkeling van deze vaardigheden in Nederland op verschillende manieren. Met hulp van een vrijwillige redactie, selecteren we jaarlijks de beste Nederlandstalige producties voor ons jaarboek. Met regelmaat nodigen we interessante gasten uit om naar Nederland te komen en verzorgen we uitwisselingen tussen mediamakers uit verschillende disciplines. Ook bespreken we onze eigen projecten in een intervisiegroep voor makers en in een groep voor chef- en eindredacteuren. In 2015 ervoeren we voor het eerst hoe het voelt om niet in een opperste staat van paniek onze jaarlijkse conferentie te organiseren. Onze organisatie staat. We weten boeiende sprekers naar Nederland te halen en zetten hiervoor ons netwerk in. Zo hebben we via oud-sprekers de journalist en schrijver George Packer kunnen uitnodigen, die we in de beginjaren niet konden bereiken. Een bijkomend effect is dat we als organisatoren blijven leren, iets wat ik destijds niet had voorzien. We hebben bijvoorbeeld geleerd om sprekers te begeleiden en zijn selectiever geworden in de kennis die we naar Nederland willen halen. Het gebeurt hierdoor vrijwel nooit meer dat een spreker tegenvalt of dat er geen aansluiting is met het Nederlandse publiek. We zijn ooit begonnen met radiojournalisten en schrijvende journalisten. Pas in het derde jaar haalden we ook een tv-journalist naar Nederland. Uit gesprekken met tv- journalisten en uit het boek How to Story, van journalist Tim Verheyden, bleek het in de televisiejournalistiek veel minder gebruikelijk voor een maker en eindredacteur om in gesprek te gaan over hoe het verhaal het beste verteld kan worden. Het ontbreekt aan vragen zoals: Wat is het verhaal dat je wilt vertellen? Wie is daarvoor de beste hoofdpersoon? Wat zou de spanningsboog kunnen zijn? En welke scènes wil je dan hebben? Die gemeenschappelijke taal onder verschillende journalistieke disciplines is belangrijk. De beste verhalen komen niet tot stand in een ivoren toren. Tijdens onze Gerard van Westerloo-lezing in december, vertelde Adrian Nicole LeBlanc dat ze als lid van de Pulitzerprijsjury in de Verenigde Staten honderden inzendingen voor reportages had bestudeerd. Ze kon zien welk verhaal te weinig begeleiding had gekregen en daardoor naast het net viste. De winnende verhalen van de Pulitzerprijs ontstaan uit een samenspel tussen maker en eindredacteur. Boekredacteuren zijn van oudsher beter geschoold in het meedenken over de plot en karakterontwikkeling. Wellicht verklaart dit waarom verhalende non-fictie in Nederland voor de komst van onze stichting alleen in boekvorm werd uitgebracht. Maar juist uit de groeiende verkoopcijfers voor literaire non-fictie blijkt dat het enthousiasme voor dergelijke verhalen bij het publiek groot is. Toch zien we in de Nederlandse journalistiek helaas dat veel verhalende projecten in de uitvoering stranden. Door journalisten zoals John Freeman uit te nodigen, die in februari 2016 naar Nederland komt, willen we de kennis en vaardigheden van chef- en eindredacteuren vergroten om dergelijke projecten te stimuleren. Wat in de afgelopen jaren overeind is blijven staan, is de noodzaak om de ontwikkeling van vaardigheden voor het vertellen van een verhaal te stimuleren – zowel bij makers als eindredacteuren. Het is gebleken dat de kracht van Stichting Verhalende Journalistiek ligt bij de passie van ons bestuur, wat nog steeds bestaat uit mensen die in het dagelijks leven werkzaam zijn in de journalistiek. Daarom hebben we met het bestuur vanuit de vraag ‘waar zit jij in je werk nu echt op te wachten?’ een nieuw driejarenplan geschreven. Hieruit is een droomscenario en een ingetogen scenario voortgekomen. Afhankelijk van de financiële middelen die ons ter beschikking zullen staan, zullen we hiertussen kiezen. In de toekomst willen we meer ruimte creëren voor mooiere, beter vertelde verhalen en voor Europese uitwisseling binnen het vakgebied. Dit om het huidige – in onze ogen monomane – medialandschap te verrijken; door verhalende journalistiek waarin een beleving wordt overgebracht. Verhalen die je laten voelen hoe de wereld eruit ziet vanuit andermans perspectief. Mocht u meer willen lezen over Stichting Verhalende Journalistiek, kunt u terecht op deze website.