Programma tegen moslimdiscriminatie: een interview met het team 2017Tandenbijten was het, toen begin 2017 de pilot tegen moslimdiscriminatie startte. Zouden er wel genoeg aanvragen komen? Het eerste jaar zit erop, en inmiddels halen programmamanager Maartje Eigeman en programmamedewerker Sümeyye Ekmekci opgelucht adem. “Er zitten sterke initiatieven bij met veel potentie.” Door: Yasmina Aboutaleb Dat ‘Rachid’ en ‘Jaap’ niet dezelfde kansen op een woning hebben, verbaast Sümeyye Ekmekci en Maartje Eigeman niets. Toch zijn de cijfers schokkend. Twee dagen voorafgaand aan dit interview publiceerde De Groene Amsterdammer namelijk een onderzoek waaruit blijkt dat ruim negentig procent van de verhuurmakelaars bereid is mee te werken aan verzoeken van woningeigenaren om moslims te discrimineren. Het toont nog maar eens de relevantie van het programma tegen moslimdiscriminatie waarmee Stichting Democratie en Media (SDM) in 2017 startte. “Discriminatie wordt vaak gezien als een incidenteel probleem. Dit onderzoek laat zien dat het niet bij incidenten blijft, maar dat het een structureel probleem is,” zegt Sümeyye. Waarom is het zo belangrijk om dat aan te tonen? M: “De meeste mensen weten wel dat moslims worden gediscrimineerd, maar vaak wordt er gedacht dat het wel meevalt, of dat het slechts een gevoel is. Er zijn veel onderzoeken gedaan, maar die gaan vaak over persoonlijke ervaringen van discriminatie. Het onderzoek van De Groene Amsterdammer is juist heel specifiek, er is een situatietest gedaan met als resultaat duidelijke cijfers, daar kun je niet omheen.” Worden klachten over discriminatie vaak afgedaan als een excuus? M: “Dat is wel de ervaring van de mensen met wie we samenwerken. Iedereen weet wel dat er stereotyperingen, uitsluiting en vooroordelen zijn, maar op basis van dat gegeven alleen kun je weinig. Door dit onderzoek wordt duidelijk dat er echt sprake is van structurele discriminatie. Eerder werd dat ook bij uitzendbureaus aangetoond.” Jullie steunen initiatieven die moslimdiscriminatie aantonen. Zou zo’n onderzoek als dat van De Groene Amsterdammer in aanmerking komen voor subsidie? S: “Het onderwerp sluit zeker goed aan bij ons programma, maar wij vinden het ook belangrijk dat projecten worden geleid door personen met een moslimachtergrond, of dat er in ieder geval sprake is van een gelijkwaardig partnerschap tussen moslims en niet-moslims.” Waarom is dat belangrijk? M: “Moslims zelf moeten betrokken worden bij discussies en oplossingen voor problemen die hen raken, en niet alleen symbolisch. Ze moeten ook een gelijkwaardige of leidinggevende rol kunnen nemen, simpelweg omdat het vaak de mensen zijn die er het meest over weten en de beste connecties hebben in de gemeenschappen. Maar ook omdat zelfrepresentatie een belangrijk onderdeel is in het tegengaan van uitsluiting. Datzelfde geldt voor het publieke debat. Het is belangrijk dat stemmen van minderheden worden gehoord en meegenomen. Daar is nu een gebrek aan, vooral als het gaat om moslimdiscriminiatie. Ze zijn er wel, moslims en mensen met een moslimachtergrond die zich in het debat mengen, maar er zijn relatief weinig sterke spelers die de expertise en de middelen hebben om echt aan verandering te werken. Daarom investeren we in mensen en organisaties die zich voor dit onderwerp inzetten.” Maartje leidde in eerste instantie het programma tegen moslimdiscriminatie alleen, maar vroeg in oktober 2017 Sümeyye er bij. Die had door haar werkervaring bij onder meer het College voor de Rechten van de Mens niet alleen de beste papieren voor de baan, maar ze weet als moslima en hoofddoekdraagster ook als geen ander wat het betekent om gediscrimineerd te worden. Bij de islamitische basisschool waar ze als kind in Eindhoven op zat, is een keer een molotovcocktail naar binnen gegooid. Maar ook op latere leeftijd kreeg ze te maken met discriminatie. S:“Ik heb ook gesolliciteerd op baantjes die ik niet kreeg omdat ik een hoofddoek droeg, dat werd letterlijk gezegd. Tegen dat soort dingen wil ik iets doen. Ik wil me inzetten om ze te voorkomen.” Ondanks alle goede bedoelingen zijn SDM en de makers van de projecten het mikpunt van felle kritiek, veelal geuit op Twitter. Ze hadden het wel verwacht, moslimdiscriminatie is een gevoelig onderwerp, zeker in deze tijd. “Kritiek hoort erbij en is tot op zekere hoogte ook gezond, voor ons als organisatie en voor het publieke debat. Maar de beschuldigingen en persoonlijke aanvallen op sociale media gaan soms wel erg ver”, zegt Sümeyye. “Aan de andere kant: als wij als organisatie dat soort reacties krijgen, onderstreept dat het belang van ons werk.” Maar er waren ook mooie reacties waardoor ze werden overvallen. Die op de korte film van filmmakers Issa Shaker en Anass Bendrif, bijvoorbeeld. Daarin is te zien hoe een gehoofddoekte vrouw in het Engels aan willekeurige mensen in het Vondelpark vraagt of ze misschien haatberichten op social media voor haar willen vertalen. De mensen die haar verzoek inwilligen doen dat met het schaamrood op de kaken: ‘Wil je echt dat ik dit vertaal?’ Het filmpje ging viral en werd 28 miljoen keer bekeken. Het was een perfect voorbeeld van een ludieke actie die op een simpele, maar effectieve manier moslimdiscriminatie aankaartte in het publieke debat, zegt Maartje. Waren jullie van tevoren niet bang dat er niet genoeg aanvragen zouden komen? Beiden: “Jawel.” Ze lachen. M: “Onze grootste nachtmerrie was dat er nul aanvragen binnen zouden komen. Alles komt altijd op het allerlaatste moment, zo werkt het ook met reguliere oproepen. Dan zit je zes weken te denken: waar blijven ze?” S: “En je weet niet wat je binnenkrijgt.” M: “Dat vooral. Maar we kregen veel meer aanvragen dan we konden honoreren. We ondersteunen nu een aantal sterke initiatieven, geleid door talentvolle mensen. Daar ben ik trots op. Dat wij een bijdrage kunnen leveren om hen te ondersteunen.” Critici vragen zich af of het wel nodig is om subsidie te geven. M: “Er kunnen prachtige dingen ontstaan zonder geld, maar met wat financiering kun je meestal net wat verder komen. Dan kun je meer tijd eraan besteden, meer expertise in huis halen, een advertentie betalen. Het maakt de initiatieven professioneler, op allerlei vlakken. Zo maak je de impact van grassrootsorganisaties groter en bied je structuur.” S: “Dat is de meerwaarde van een apart programma als dit. Maartje en ik hebben meer tijd om gesprekken te voeren met mensen om te zien wat ze nodig hebben.” Het gaat dus verder dan het uitschrijven van een cheque. M: “Ja, contact onderhouden is een belangrijke basis om een project goed te kunnen ondersteunen. Zo komen we het op tijd te weten als projecten toch anders lopen en kunnen we aanvullende ondersteuning bieden wanneer dat nodig is. Een van de organisaties vertelde bijvoorbeeld dat ze het moeilijk vinden om in de media te praten over hun werk, juist omdat het onderwerp zoveel felle reacties oproept. We hebben toen een mediatraining aangeboden, zodat ze konden oefenen met het overbrengen van hun boodschap. Bij een andere aanvraag | vonden we het idee goed, maar was de uitwerking nog te beperkt. Toen hebben ze op ons initiatief onder begeleiding van een expert hun plan verder uitgewerkt.” S: “We zien dat het goed is om hier apart aandacht aan te besteden, en om maatwerk aan te bieden. We kijken nu hoe we die aanvullende vormen van ondersteuning ook op andere gebieden in de organisatie kunnen inzetten.” Betekent dat dat de pilot een vervolg krijgt? S: “Deel twee van het programma loopt in het najaar van 2018 af, dan gaan we evalueren en kijken we verder. Maar het onderwerp moslimdiscriminatie blijft de komende tijd een prioriteit bij SDM.”