Vanaf 24 april 1915 werden meer dan 800.000 Armeniërs vermoord. In de documentaireserie bloedbroeders gaan Ara Halici en Sinan Can, de een met Armeense en de ander met Turkse voorouders, op zoek naar de oorsprong en achtergrond van het conflict. Daarvoor reizen de twee van Istanbul naar Jerevan in Armenië. Volgens regisseur Kees Schaap is die zoektocht hard nodig: “Het woord genocide ligt tot op de dag van vandaag gevoelig. Het NOS Journaal heeft nog steeds over ‘de Armeense kwestie’.’’ De discussie levert grote spanningen op tussen Turken en Armeniërs. Het is daarom belangrijk dat beide perspectieven worden getoond, vindt de regisseur Kees Schaap: “Pas als beide partijen erkennen wat er is gebeurd, is het mogelijk om elkaar te vergeven.” Tot op de dag van vandaag zijn de meningen over de precieze toedracht van het drama verdeeld. Was het een genocide? Turkije vindt van niet, Armenië van wel. Naast Armenië erkennen 23 andere landen de genocide, waaronder Nederland. Daarnaast is het aantal doden onderwerp gesprek; sommige historici spreken van 800.000 vermoorde Armeniërs, andere van zelfs 1,5 miljoen. Vijandschap en wantrouwen tussen het Turkse en Armeense volk is nog steeds aan de orde van de dag. In hun zoektocht beleefden Can en Halici emotionele en confronterende momenten. Hoe waren hun families honderd jaar geleden betrokken bij het gruwelijke geschiedenishoofdstuk? Veel is onzeker, maar zeker is in ieder geval dat de huidige vriendschap tussen de Turkse Can en Armeense Halici tijdens de serie onder druk stond. Bloedbroeders heeft dit moeilijke onderwerp op een indrukwekkende manier in beeld gebracht. De serie heeft veel mensen geraakt, een discussie op gang gebracht maar ook meer begrip gecreëerd. De steun van Stichting Democratie en Media was niet alleen financieel, maar ook inhoudelijk. “Met hen als participant, mag het niet alleen maar luchtig en leuk worden. Zonder hen had de documentaire niet de inhoudelijke diepgang gehad die het nu heeft”, verklaart Schaap.